Een gesprek met Charles Kaisin …

Charles Kaisin: “Ik ben designer en heb ateliers in Brussel en Londen. Sinds 2001 werk ik met mijn team rond drie werelden: de “surrealistische diners”, productdesign — zoals het glas dat ik voor BRU^® ontwierp — en installaties van origami’s, waarvan je er ook een in dit project terugvindt.”

Hoe zijn je “surrealistische diners” ontstaan?

C.K.: “Eigenlijk begon dat heel eenvoudig. Tijdens mijn studententijd werkte ik bij Jean Nouvel en verbleef ik bij een bijzonder gastvrije familie. Vijftien à zestien jaar geleden nodigde ik hen uit voor een diner, om hen te bedanken. Voor elke gast kwam er toen een vogel aangevlogen die neerstreek op de takken die uit de tafel groeiden. Dat was mijn eerste “dîner surréaliste” — en het begin van iets nieuws, iets dat mensen verwondert.
Sindsdien hebben we diners georganiseerd op de meest uiteenlopende plekken: op een operascène, in een kerk, een bos, een zwembad en zelfs een metrostation. Elke locatie brengt zijn eigen energie en inspiratie, en maakt elk diner tot een unieke belevenis.

Ik geloof dat de kunst van tafelen de eerste van alle kunsten is. Aan tafel ontstaan ontmoetingen, ideeën en beslissingen — het is een plaats van verbinding.”

Waarom deze samenwerking met BRU^®?

C.K.: “Ik heb veel waardering voor BRU^®. Het is een water dat ik zelf dagelijks drink. Het is Belgisch, zuiver en afkomstig uit de Ardennen, mijn eigen regio.
Deze samenwerking gaf me echt een bijzondere energie. Het project vroeg tijd en aandacht, maar op een positieve manier: dankzij vele gesprekken en vragen kon ik een waterglas creëren dat de essentie van BRU^® belichaamt. Ik vind het mooi dat design zo toegankelijk kan zijn, dat iedereen een stukje design in huis kan halen, gewoon met een fles BRU^® uit de supermarkt.
En dan zijn er natuurlijk die bubbels, die zo inspirerend zijn. Ik heb ze vertaald naar origami’s die lijken te zweven. Dit project voelde helemaal natuurlijk aan. Het was een feest om eraan te werken.”

Wat is je favoriete gerecht?

C.K.: “Ik ben dol op chocolademousse, de ijsjes van Pierre Marcolini en Gaston, een klassieke Gentse waterzooi of een heerlijke tomaat garnaal. Ja, heel Belgisch, en daar ben ik trots op!”

Welke adresjes zijn jouw favorieten, in België en daarbuiten?

C.K.: “In Brussel ga ik graag naar Au Vieux Saint Martin of La Taverne du Passage — ik hou van die authentieke brasseriesfeer, de keuken, de ambiance en de kwaliteit van de gerechten.
Onlangs ontdekte ik met mijn man het restaurant In de Patattezak in Strombeek-Bever, dat al meer dan 48 jaar bestaat: een echte aanrader.
Tegelijk hou ik van contrasten: we gaan meerdere keren per jaar naar Noma in Kopenhagen, dat is zoveel meer dan een restaurant, het is een academie van smaak. Maar ik kan net zo geraakt worden door een sterrenzaak als door een kleine, eenvoudige plek vol authenticiteit.”